Mensen die een psychose doormaken hebben veelal grote moeite hiervan
te herstellen. Maar hoe liggen hun kansen precies? Dat is moeilijk te
zeggen. Onderzoek van promovendus Gunnar Faber werpt nieuw licht op deze
materie. Wanneer patiënten na een eerste psychose weer zelfstandig
kunnen wonen, werken en sociale activiteiten ondernemen, is dat een
betere voorspeller voor herstel dan het uitblijven van
ziekteverschijnselen, zo blijkt.
Ook de snelheid van
informatieverwerking is een goede voorspeller van de kans op herstel,
ontdekte Faber. Patiënten die na een eerste psychose langzaam informatie
verwerken, hebben duidelijk minder kans op klinisch herstel. Het
tegenovergestelde blijkt echter niet op te gaan: snelle
informatieverwerking wijst niet op een grotere kans op herstel.
Vertraagde
informatieverwerking wordt vaak gezien als een gevolg van een psychose.
Het onderzoek van Faber laat echter zien dat antipsychotica de
informatieverwerking negatief beïnvloeden. Mede om deze reden raadt de
promovendus aan antipsychotica alleen te gebruiken wanneer een psychose
overduidelijk kan worden aangetoond, en dan nog in zo laag mogelijke
doses.
Faber stelt vast dat cannabisgebruik na een
psychose de kans op herstel verkleint. Dit verband is weliswaar
bescheiden, maar omdat het een van de weinige beïnvloedbare factoren is
en het stoppen of verminderen van het gebruik van cannabis een
haalbaar doel, moet het gebruik van cannabis worden ontmoedigd na het
begin van een eerste psychose, stelt de promovendus.
Gunnar
Faber (Utrecht, 1958) studeerde geneeskunde en psychiatrie te
Rotterdam. Hij verrichtte zijn onderzoek binnen het Rob Giel
Onderzoekscentrum van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)
en bij Yulius GGZ Dordrecht. Het onderzoek werd mede gefinancierd door
ZonMW, Stichting tot Steun VCVGZ, Stichting de Open Ankh en de
farmaceutische firma's Eli Lilly en Janssen-Cilag. Faber blijft ook na
zijn promotie werkzaam als psychiater bij Yulius GGZ Dordrecht.
Bron: Leefwijzer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten